De Amerikaanse effectenbeurzen wisten woensdag na een herstelrally een deel van de eerdere koersdalingen weg te poetsen, maar sloten toch in het rood. Wederom stonden de oliefondsen onder druk door de almaar dalende olieprijzen.

De toonaangevende Dow-Jonesindex eindigde 1,6 procent lager op 15.766,74 punten. De brede S&P 500 zakte 1,2 procent tot 1859,33 punten. De technologiebeurs Nasdaq daalde 0,1 procent tot 4471,69 punten.

Amerikaanse olie noteerde 6,7 procent lager op 26,55 dollar per vat. Een vat Brentolie kostte 28,22 dollar, wat neerkomt op een daling van 1,9 procent. De oliefondsen op Wall Street kregen het daardoor zwaar te verduren. Zo verloren ExxonMobil en Chevron tot 4,2 procent.

Ook de oliedienstverleners moesten het ontgelden. Baker Hughes, Halliburton en Schlumberger moesten tot 4,4 procent inleveren.

Winst Goldman Sachs daalt

Goldman Sachs zag de winst in het afgelopen kwartaal met bijna twee derde kelderen tot 765 miljoen dollar. Dat kwam door een schikking die de firma onlangs sloot over de verkoop van herverpakte rommelhypotheken in aanloop naar de financiële crisis. De koers van de bank zakte daardoor 2 procent.

Technologieconcern IBM boekte voor het vijftiende kwartaal op rij een omzetdaling en noteerde een lagere winst dan een jaar eerder, waarna het aandeel bijna 5 procent in waarde zakte. De aanbieder van internettelevisie Netflix schommelde tussen winst en verlies en toonde uiteindelijk een lichte min.

Twitter wint

Onlineberichtendienst Twitter steeg tussentijds 14 procent in waarde, na geruchten dat News Corp, het moederbedrijf van persbureau Dow Jones en zakenkrant The Wall Street Journal, een belang in het bedrijf zou hebben genomen. Nadat News Corp de geruchten had weersproken, hield Twitter een plus van ruim 4 procent over.

De euro was 1,0890 dollar waard, tegen 1,0908 dollar bij het Europese slot.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl